Johan & Guurtje Leguijt

Guurtje Leguijt, van vroeger tot nu...


Over vroeger:

Ik ben geboren in 1961, als zesde kind uit een groot gezin, we groeiden op in Krommenie. Mijn jeugd was veilig en gelukkig dus als ik schrijf over problemen zijn dat dingen die ik zelf bedenk.

Na het Havo deed ik de Pabo. Ik kreeg een baan in Alphen aan den Rijn, waar ik op een vormingsinstituut les gaf aan 16- en 17-jarigen.
Jongeren (en dat wat hen bezighoudt) hebben altijd mijn hart gehad en dat vind je in mijn boeken terug.


Over nu:

Ik ben getrouwd met Johan, samen hebben we drie kinderen, Jacco (1989), Marjon (1990) en Erik (1992). We wonen nog steeds in Alphen aan den Rijn waar ik als vrijwilliger werk bij de Kringloopwinkel.

We zijn meelevend en actief lid van de Nederlands Gereformeerde Kerk maar kijken, luisteren en zingen over de kerkmuren heen.

In mijn vrije tijd ga ik graag wandelen of fietsen. Verder lees ik veel en bezoek ik regelmatig rommelmarkten en kringloopwinkels.


Hoe werd ik schrijver?:

Schrijven heb ik altijd leuk gevonden. Al op de basisschool schreef ik graag opstellen. Als tiener schreef ik onder een pseudoniem stukjes in het maandblad van mijn voetbalvereniging.

In 1987 deed ik mee aan een verhalen wedstrijd van de NCRV, mijn verhaal werd met een aantal anderen afgedrukt in een boekje. Toen we kinderen kregen en ik stopte met werken ging ik columns schrijven voor een opvoedkundig blad.

Met kinderboeken ben ik begonnen omdat ik las dat kinderboeken met christelijke normen en waarden vaak ouderwets waren en voor veel kinderen niet herkenbaar. Ik stuurde twee verhalen naar uitgeverij Callenbach en na overleg met de redacteur schreef ik ‘Heibel in mijn hoofd’. En daarna nog veel meer…

Men vroeg mij of ik voor volwassenen wilde schrijven en zo begon ik ook met romans.

 

Hoe bedenk ik het?:

Gelukkig heb ik een grenzeloze fantasie. Een deel van een gesprek dat ik opvang, iemand die boodschappen doet of een vreemd geluid dat ik hoor kan de basis zijn voor een compleet verhaal. Maar een verhaal is nog geen boek! Soms moet ik er iets bij bedenken om het logischer of interessanter te maken, vaak moet ik juist dingen weglaten omdat het anders te ingewikkeld wordt.

Soms vraagt iemand of ik een boek wil schrijven over zijn of haar leven. Dat doe ik nooit want een waargebeurd verhaal opschrijven is iets heel anders dan zelf iets bedenken. Ik schrijf wel boeken die iets te maken hebben met iemands levensverhaal, bijvoorbeeld ‘Heibel in mijn hoofd’, ‘Winnen’, ‘Dat overkomt mij niet’, en ‘Niemandsland’.