Jens zit in de brugklas en heeft ADHD. Overal waar hij komt verandert rust in rumoer en orde in chaos. Jens is eraan gewend dat zijn klasgenoten vaak om hem lachen, maar nu is er iets vreemds aan de hand. Als hij de klas inloopt, stoten ze elkaar aan, wijzen ze naar hem en proesten ze het uit op een geheimzinnige, gemene manier. Samen met Tom, Mahad en Suus probeert Jens erachter te komen waarom ze hem uitlachen. Tot zijn grote ontzetting blijkt de reden veel schokkender dan hij dacht...
Jens is woedend. Hoe kan hij zijn klasgenoten ooit nog onder ogen komen?
Bestel bij Bol.com
Koen draagt een groot geheim met zich mee. Maar daarmee werkt hij zichzelf behoorlijk in de nesten.
Als zijn pleegbroertje Jorn op de middelbare school komt, doet Koen er alles aan om te ontkennen dat ze ‘familie’ zijn. Maar waarom eigenlijk? Daarnaast zijn er geheimzinnige zaken aan de hand in een oude fabriek. De jongens gaan op onderzoek uit.
Bestel bij Bol.com
Een half jaar geleden overleed de vader van Niels door een ongeluk in huis. Sindsdien is de moeder van Niels, Iris en Bastiaan overdreven bezorgd. Zo hangt er boven elk elektrisch apparaat een rookmelder. Er wordt alleen nog maar supergezond gegeten en sinds kort is er iets nieuws bedacht; ze moeten op de fiets naar school een fietshelm dragen.
Niels worstelt met de vreemde regels, met zijn verdriet maar vooral met zijn schuldgevoel. Hij weet niet dat hij niet de enige is die zich schuldig voelt. Als de juf van Bastiaan op bezoek komt en over begeleiding door Jeugdzorg begint, ziet de moeder nog maar één oplossing.
Bestel bij Bol.com
Deze jeugdroman heeft als thema seksueel misbruik. Dat wordt hier in een levensecht verhaal heel ingehouden, maar tegelijk open en eerlijk verwoord. Het is het verhaal van Jeroen, de 14-jarige ik-figuur, die wil schrijven over wat er gebeurd is omdat hij anders denkt gek te worden. De schrijfster geeft veel aandacht aan de vriendschappelijke sfeer (een geweldig leuke, populaire oom van Jeroens vriend Luuc) die er heerst en de twijfel, schuldgevoelens en diepe gekwetstheid nadien. De vriendschap tussen de twee jongens en hun vriendschap (en verliefdheid) met een meisje uit hun klas maken het verhaal breder dan alleen het specifieke thema, waardoor het meer is dan alleen een 'probleemboek'. De schrijfstijl is natuurlijk en prettig leesbaar; de korte hoofdstukken zijn genummerd, alleen het laatste hoofdstuk heeft een veelzeggende titel. De kleurige omslag geeft het pittige thema niet meteen prijs en is vooral achteraf beter te interpreteren. Vanaf ca. 13 jaar.
Door het bos fietst steeds een vreemde jongen. Hij rijdt langs de boomhut die David, Bas en Elrik hebben gemaakt. David is vast van plan om uit te zoeken wat die jongen doet. Hij volgt zijn spoor tot aan de rand van het meertje. Midden in dat meertje ligt een klein eilandje. Hoe komt die jongen daar, en wat is er op dat eilandje te vinden?
Dit prentenboek, waarvan de tekst is gebaseerd op Psalm 139, legt op beeldende manier uit hoe God een kind altijd en overal beschermt en bewaart. De oorspronkelijke tekst van Reeve Lindberg is door Guurtje Leguijt vertaald en bewerkt.
In deze bijzondere hertaling van Psalm 139 worden de bijbelwoorden op een eenvoudige en bijzonder krachtig manier weergegeven. De tekst is vloeiend en aansprekend geschreven. Heel gewone situaties die kinderen meteen herkennen, zijn prachtig geïllustreerd en van bijpassende tekst voorzien: het wakker worden 's morgens, in een bootje op het water dobberen, een boomhut maken, spelen aan het strand. God ziet je altijd, is bij je, om je heen. Ook als je gaat kamperen en in het donker naar de sterrenhemel kijkt.
Vertaler en bewerker Guurtje Leguijt is erin geslaagd om de boodschap prachtig te verwoorden. De heldere, krachtige illustraties van Holly Meade in collagestijl leveren op hun beurt een fraaie verbeelding van deze mooie boodschap.
Er is een nieuwe rage uitgebroken: iedereen spaart stinkende stuiterballen. Bart en Tomtom ook. De stuiterballen zijn nogal duur. Acht gulden spaar je niet zomaar bij elkaar. Bart ruimt zijn kamer maar eens op en verkoopt zijn oude speelgoed, zodat hij de nieuwste bal, die ruikt naar papa's sokken, kan kopen.
Laura gaat naar een nieuwe school. Op haar vorige school werd ze heel erg gepest. Nu doet ze haar best om vrienden te maken. En om niet op vallen. Gelukkig lijkt alles goed te gaan. Zelfs Manon, het populairste meisje van de klas, wil met haar optrekken. Eindelijk is het weer leuk om naar school te gaan.
Voor Jos niet. Jos is in Laura`s nieuwe klas degene die gepest wordt. Manon wil dat Laura meedoet. Het is het makkelijkst om mee te pesten. Maar juist Laura weet hoe erg het is om gepest te worden. Als ze niet meehelpt om Jos te pesten, zal ze dan zelf weer gepest worden?
Friso is de oudste in een gezellig gezin. Zijn vader is musicus, zijn moeder schildert, zijn zus doet aan atletiek en zijn broertje is behoorlijk slim. Net als Friso zelf. School vindt hij enorm saai. Alles wat hij moet leren is heel gemakkelijk. Hij bedenkt tijdens de les spannende experimenten omdat hij zich verveelt. Vaak piekert hij over de vraag os hij eigenlijk wel normaal is. Dan gaat hij skaten, om rustig na te kunnen denken.
Roos is blij! Eindelijk komt er een meisje van haar leeftijd bij haar in de straat wonen. Ze heet Fleur. Tijdens de verhuizing staat Roos spiedend bij het raam. Er wordt een mooie computer naar binnen gedragen. Dat belooft wat! Als de familie van Fleur komt koffiedrinken op de dag van de verhuizing vertelt Fleur aan Roos dat ze slechthorend is. Dat valt Roos even tegen! Maar al snel komt ze erachter, dat Fleur een prima vriendin is, ook als er speurwerk moet worden geleverd. Op diezelfde dag wordt het schuurtje van Roos' familie leeggestolén. Niet de eerste diefstal in de buurt. Roos gaat met Fleur op onderzoek uit. Fleurs handicap blijkt geen enkele belemmering te zijn voor hun samenwerking. Integendeel, het is de vraag of de diefstallen zonder Fleur, haar vindingrijkheid en haar computer opgelost hadden kunnen worden...
Vroeger vonden Anna, Elle en Otto het niet erg om een drieling te zijn. Maar nu wel. Een drieling is altijd bijzonder. Het is net alsof de mensen niet meer zien, dat ze drie aparte kinderen zijn. Zoals oma. Die geeft hen op hun verjaardag een barbiehuis. Pech voor Otto! Anna, Elle en Otto zijn juist heel verschillend. Anna is altijd netjes. Ze past goed op. Elle is lekker slordig. Ze loopt vaak in de hondenpoep. Otto denkt veel na. Hij gebruikt moeilijke woorden. Er moet een plan bedacht worden. Vanaf nu moet duidelijk zijn, dat ze niet altijd bij elkaar horen. Als het eerste plan niet lukt, verzinnen ze iets anders. De plannen worden steeds gekker. En iedereen praat nog steeds over de drieling.
Maarten lijkt een gewone jongen die graag gaat zwemmen, gek is op pannenkoeken en het het spannend vindt om naar een geheime hut in het bos te gaan.
Toch is Maarten anders. Van buiten zie je dat niet. Het lijkt alleen net of de hele dag moet vechten tegen boosheid en angst. Eigenlijk vecht hij tegen zichzelf. Soms wint hij hij, maar dat merkt niemand. Ze merken het alleen als hij verliest, want dan wordt hij boos en doet onaardig tegen zijn vrienden en zijn tweelingbroer Marijn. Maarten gaat naar de Riagg. Hij hoopt dat ze hem daar kunnen vertellen waarom hij anders is en of het weer over kan gaan. Want als het niet over gaat, wat moet hij dan?
Bestel bij Bol.com